Dit hoofdstuk tracht een beeld te schetsen van de evolutie in de landbouw te Schoten. In eerste instantie gaat de aandacht uit naar de structurele ontwikkeling van de landbouw. Nadien wordt het beeld verfijnd met een conjuncturele insteek.
Voor het eerste baseren we ons grotendeels op de gegevens die verzameld zijn door R. Baetens (1982) en op de methode die E. Vanhaute ontwikkelde in zijn boek Heiboeren. Bevolking, arbeid en inkomen in de 19de eeuwse Kempen. (1992) In dit boek onderzoekt Vanhaute de evolutie aan de hand van een aantal typedorpen in verschillende regio’s van de Kempen. Op basis van een aantal criteria ben ik van overtuiging dat de situatie in Schoten erg aansluit met de ontwikkelingen in de Kempen. Zeker op het vlak van bodemgesteldheid, evolutie van het bodemgebruik, keuze van teelt en kweek en de toegepaste landbouwmethodes zijn de parallellen vele malen groter dan de verschillen. Pas in de tweede helft van de negentiende eeuw treden er grotere divergenties op in de vergelijking.
Het tweede deel gaat dieper in op de evolutie van prijzen en lonen en met name de invloed van voedselprijzen op de reële koopkracht.